Corrigeren voor traumatische punctie

In de neurologie doen we ter diagnostiek een lumbaalpunctie, ook wel bekend al een ruggenprik. Hierbij verkrijgen we via een naald in de rug hersenvocht en dit kunnen we analyseren.

Hoewel een ruggenprik vaak niet pijnlijk en vrij eenvoudig is, kan je als prikkende dokter nog wel eens een bloedvat raken onderweg. Dan krijg je ook in de buis die je analyseert wat bloed, en dit geeft een vertroebeling van je resultaten.

Dit is met name een probleem als je geïnteresseerd bent of een patiënt een hersenvliesontsteking (meningitis). Je verwacht namelijk in principe geen witte bloedcellen (leukocyten) in het hersenvocht, maar als je een klein beetje bloed vanuit een bloedvat hebt meegeprikt, dan vind je vervolgens wél die witte bloedcellen.

Een oplossing is corrigeren. Je trekt gewoon het aantal witte bloedcellen wat je zou verwachten af van het aantal gevonden witte bloedcellen. Hiervoor kan je de verhouding rode bloedcellen (die je dan ook meeprikt) / witte bloedcellen gebruiken uit het bloed. Trek het aantal verwachtte witte bloedcellen, op basis van de hoeveelheid rode bloedcellen, af van het totaal gevonden witte bloedcellen in het hersenvocht, en je weet of er teveel in zit of niet!

Hiervoor zijn ezelsbruggetjes, bijvoorbeeld 1 witte bloedcel per 500 of 1000 rode bloedcellen. De verhouding is misschien nog wel het best.

Om dit wat makkelijk te maken kan je deze excel downloaden en gebruiken, net zo makkelijk!